Stop CO2 niet te snel de grond in

CO2 ondergronds opslaan is slechts een tussenoplossing
Leestijd 2 minuten — Do 5 juni 2014

Aardbevingen in Groningen en mogelijke lekkages in Barendrecht: Nederland heeft nogal wat problemen met het uit de grond halen of juist opslaan van gassen in de aarde. Maar hoe ontstaan die problemen? En kun je ze oplossen of voorkomen?

Dat is wat drs. Anne Pluymakers onderzoekt tijdens haar promotie. Op de Expeditie UU liet zij in de Pimp Your Mind lounge zien wat er gebeurt wanneer je een gas als CO2 in lege aardgasvelden probeert te stoppen. CO2 in de grond stoppen is interessant, omdat je zo het aandeel CO2 deeltjes in de lucht naar beneden kunt brengen of gelijk houden. Dat betekent minder broeikasgas in de lucht en zodoende een minder snel opwarmende aarde. Een goede tussenoplossing, omdat we tot nu toe nog onvoldoende duurzame energiebronnen hebben om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen.

De steenlaag waar ooit aardgas in heeft gezeten kun je vergelijken met een spons. Deze laag bevindt zich zo'n twee tot vier kilometer onder het aardoppervlak. De open ruimtes zijn geschikt om op te vullen met bijvoorbeeld CO2. Het gas blijft hier zitten omdat de steenlaag boven de poreuze steenlag wel geheel dicht is. Toch is er een probleem. Deze bovenliggende steenlaag bevat breuken. Door verandering van druk en temperatuur gaat het gesteente op de breuk tegen elkaar schuren. Het gesteente brokkelt zo af, net als een koek die in tweeën is gebroken en tegen elkaar aan schuurt. Op die plekken is het mogelijk dat gas weglekt. Gelukkig kun je dit ook voorkomen. Zorg er voor dat de temperatuur en de druk niet te snel stijgen bij het inbrengen van CO2 in de grond. Zo is het mogelijk om op veilige wijze CO2 op te slaan in de grond.

Na drs. Anne Pluymakers sprak prof. dr. Paul Schnabel met prof. dr. Jos van Putten, programma directeur van het UU speerpunt Life Sciences. Een verslag van dit gesprek lees je hier.

Illustrator Ronald van der Heide tekende wat er in de Pimp your mind lounge gebeurde. Zie ook het hele beeldverslag.