Vrije wil? Dat had je gedacht

Wat is de vrije wil waard in het neuro-tijdperk?
Leestijd 4 minuten — Do 5 december 2013

Stel je de volgende situatie voor. Het is zaterdagochtend, 11.00 uur en je bent student dus je ligt nog in bed. Je hebt het hele weekend geen verplichtingen. Je hoeft niet te studeren, het huis is gepoetst en sporten heb je gister nog intensief gedaan. Wat ga je doen: winkelen of naar de film? Je denkt er draaiend in bed nog eens een uurtje over na en beslist - op naar de bioscoop. Maakte je deze keuze uit vrije wil? De filosofen prof. dr. Jan Verplaetse en prof. dr. Marc Slors zijn het er niet over eens. In een bomvol Filosofisch Café gingen zij de discussie aan over vrije wil in het neuro-tijdperk. Verplaetse: “We beschikken niet over een vrije wil, maar dat is geen ramp, integendeel.” Volgens Slors bestaat de vrije wil wel degelijk, maar betekent het wat anders dan wat Verplaetse eronder verstaat: “Ik geloof ook niet in de vrije wil waar jij niet in gelooft.”

Je vrije wil ben jij
In wat voor een vrije wil gelooft prof. Slors dan wel? Hij gelooft niet in iets als een ziel, waar de vrije wil in huisvest. Vrije wil betekent ook niet kiezen zonder dwang of invloed van buiten. Mensen zijn nooit absoluut vrij in die zin, beaamt Slors. Maar vrije wil is ook niet het bewust controleren van gedrag. Volgens Slors moet een keuze uit vrije wil aan twee voorwaarden voldoen. Je moet verschillende opties hebben (winkelen of naar de film) en, belangrijker nog, je keuze moet aansluiten bij wie je bent, bij je identiteit (je bent een echte filmliefhebber).

Voor Slors heeft een persoon dus een vrije wil als die zich kan identificeren met zijn keuzes. Zo is een verslaafde die erin faalt clean te blijven onvrij. Hij is niet wie hij wil zijn. De vrije wil heeft dus niet te maken met de vraag of de loop der zaken al vastligt, of die al gedetermineerd is, maar met de vraag hoe je je verhoudt tot deze loop der dingen. Een deterministisch wereldbeeld is dan geen bedreiging voor het bestaan van de vrije wil. Of de wereld gedetermineerd is, is irrelevant voor de vraag of iets al dan niet bij mijn identiteit past. Slors: “Stel dat de wereld gedetermineerd is, hoe zou dat dan voelen?” Nou, zoals je je nu voelt, nu je dit leest. “Stel nu dat de wereld níet gedetermineerd is, hoe zou dát voelen?” Nou, hetzelfde. De neuro-wetenschappen hebben ons veel leerzaams te vertellen over onszelf, maar niet over de vrije wil”, aldus Slors.

Verantwoordelijkheid
Verplaetse denkt er anders over. Hij zou zich graag aansluiten bij Slors en de zijnen, de zogenaamde 'compatibilisten' voor wie determinisme en vrije wil samen kunnen gaan, “maar helaas ze hebben ongelijk.” Voor Verplaetse heeft vrije wil niet te maken met identificatie, maar met de vraag of je iets 'ook anders had kunnen doen.' Als je koos voor thee, had je in precies dezelfde omstandigheden ook koffie kunnen kiezen? Volgens Verplaetse niet. Terug naar de hypothetische student op zaterdagochtend. Stel je voor, je bootst alle omstandigheden die ochtend na. Je hebt dezelfde geschiedenis, eigenschappen en opties: zul je op een andere keuze kunnen uitkomen? 'Nee', stelt Verplaetse. Identieke oorzaken zullen een identiek gevolg hebben.

Kun je iemand dan nog verantwoordelijk houden voor zijn of haar keuzes? Je keuze ligt immers vast door de omstandigheden waar je je in bevindt. Natuurlijk voelt je beslissing als een vrije keuze, maar je vrij voelen is niet voldoende om vrij te zijn. Verplaetse trekt de logische, maar harde conclusie: er is geen verantwoordelijkheid. Nu is dat niet zo'n ramp als het gaat over koffie of thee, of over winkelen of naar de film gaan, maar als je deze lijn doortrekt, kom je uit bij serieuzere dingen. Verkrachters en moordenaars zijn dan ook niet verantwoordelijk voor hun daden.

De conclusie die Verplaetse trekt is daarom voor velen moeilijk te accepteren. We houden misdadigers nou eenmaal graag verantwoordelijk. Toch is volgens Verplaetse de schade van zijn conclusie te overzien. De maatschappij hoeft niet volledig op zijn kop. We straffen misdadigers niet alleen omdat ze moeten boeten omdat ze iets anders hadden moeten doen, dan ze deden. We straffen ze ook om de wraakgevoelens van het slachtoffer te erkennen en de samenleving te beschermen van hun invloed. We kunnen blijven straffen, foutief gedrag, plichten en moraal blijven bestaan volgens Verplaetse. Dat met het verwijzen van verantwoordelijkheid naar de prullenbak, deze dingen ook verdwijnen is volgens Verplaetse een misverstand.

Meer zien?
De filosofische café's worden niet opgenomen. Wil je toch meer zien over dit onderwerp, kijk dan eens de lezing 'Het vrije ik' terug van dr. Joel Anderson. Het volgende Filosofisch Café Utrecht is op dinsdagavond 7 januari. Prof. Herman Philipse onderzoekt dan de grenzen aan de verklarende kracht van de evolutie.

Prof. dr. Marc Slors is hoogleraar cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en auteur van Dat had je gedacht! Brein, bewustzijn en vrije wil in filosofisch perspectief (Boom 2013).

Prof dr. Jan Verplaetse is hoogleraar moraalfilosofie in Gent. Van zijn hand verscheen in 2011 Zonder vrije wil. Een filosofisch essay over verantwoordelijkheid (Nieuwezijds).