Sprekers uit allerlei disciplines hebben ons de afgelopen weken gewezen op verschillende factoren: onze biologische smaakvoorkeuren voor vet, zout en zoet, hormonen, onbewust eetgedrag, hardnekkige gewoontes en onze genetische aanleg. Toch is er één factor die door iedereen is aangehaald, de zogenaamde 'obesogene omgeving', oftewel een dikmakende omgeving vol voedselverleidingen. Er gaan stemmen op die zeggen dat de overheid moet ingrijpen of dat de voedselindustrie hier zelf een rol in kan spelen. Zo verbood de burgemeester van New York extra grote bekers frisdrank om een belangrijke stap te zetten in de strijd tegen obesitas. De rechter oordeelde echter dat het verbod moet worden opgeheven. Zo lang er niks verandert aan de omgeving zullen we toch moeten leren omgaan met het feit dat er op elke straathoek veel, ongezond en lekker eten te krijgen is. Onder het motto 'wie niet sterk is moet slim zijn' vertelde prof. dr. Denise de Ridder in de lezing 'De grote voedselverleiding' een aantal strategieën die wel en die niet werken.
De wilskrachtspier
De Ridder onderzoekt in haar Selfregulation Lab bijvoorbeeld de rol van wilskracht in het weerstaan van kortetermijnverleidingen tegenover lange termijndoelen. Zo kun je nu een rol lekkere koekjes leegeten, of dit niet doen, omdat je bedenkt dat je een bikini-ready lichaam wilt hebben voor de zomer. Hier heb je wilskracht voor nodig, een 'vaardigheid' die ons zelfcontrole geeft en ons beheerst om dingen niet te doen die we wel graag willen doen. Sommige mensen hebben van nature meer wilskracht dan anderen, maar bij iedereen kan de 'wilskrachtspier' - als deze maar lang genoeg gebruikt is - vermoeid raken en falen. Dit is bijvoorbeeld het geval als je de hele dag niet gezondigd hebt, maar na hard werken thuis komt en dan de koelkast plundert. Als je af wilt vallen of gezonder wilt gaan leven kun je niet vertrouwen op wilskracht. Als je heel vaak 'nee' hebt moeten zeggen tegen alle voedselverleidingen op een dag, zeg 10 keer, dan geef je uiteindelijk toe bij de 11de.
Marshmallows of witte wolkjes?
Om wilskracht te beschrijven is de spiermetafoor populair, al kun je het niet echt trainen. Je kunt wel proberen om dingen die niet zo leuk zijn zo vaak te herhalen dat ze routine worden. Er is berekent dat als je iets 30 tot 60 dagen hebt herhaald het een nieuwe gewoonte is geworden. Zo kun je dus beter niet op dieet gaan, want dat houd je door de tanende wilskracht toch niet vol, maar beter nieuwe eetgewoontes kweken. Uiteindelijk is wilskracht ook een soort noodstrategie, beter kun je het omzeilen en afleidingsstrategieën inzetten. Dat is gebleken uit het klassieke Stanford marshmallow experiment (1972). Hier konden kinderen kiezen: of nu één marshmallow of wachten en straks twee marshmallows. De kinderen die konden wachten bleken geen wilskracht te gebruiken, maar trucs ter afleiding. Zo gingen ze zingen of tikken op de tafel met hun vingers. Als de onderzoekers de marshmallows beschreven als grote witte wolken in plaats van smaakvolle snoepjes was het makkelijker voor de kinderen om te wachten. Eten als iets abstracts zien lijkt dus ook te werken.
Kleine beetjes helpen
Veel mensen gaan op dieet of denken gezonder te gaan eten onder het mom van 'we zien wel hoe het gaat'. Dat werkt niet aldus De Ridder, zij raadt aan goede duidelijke 'als...dan'-plannen te maken. "Als ik om 5 uur uit mijn werk kom, dan eet ik een appel in plaats van een zakje chips". Al is ook hier motivatie en toewijding voor nodig, het zet ook wel degelijk zoden aan de dijk in de aanpak van de obesitas-epidemie. Veel mensen zijn maar een beetje te dik. Dit komt omdat zij stelselmatig net iets te veel calorieën binnen krijgen en zo sluipen de kilo's eraan. Elke dag 100 kcal minder betekent 5 tot 10kg in een jaar afvallen. Vaak zijn onze extra calorieën, achteloze en nutteloze calorieën. Die krijg je binnen omdat je eet tijdens het kijken van een film of door te snaaien. Door te analyseren wat de context van je eigen eetgedrag is kun je meer controle krijgen. Wat was de aanleiding om te gaan eten, wat at je, met wie, hoeveel en wat deed je tijdens het eten? Strategieën om met onze obesogene omgeving om te gaan zijn noodzakelijk, want de omgeving gaat niet veranderen. En zouden we dat eigenlijk wel willen, een soort van gezondheidspolitie? Verbieden heeft volgens De Ridder alleen een tegendraads effect. Veel mensen associëren gezond eten al met vies, moeilijk en niet leuk. Als het dan ook nog verplicht wordt haakt men af. Misschien moet ze dat ook eens aan de burgermeester van New York vertellen, want die is inmiddels in hoger beroep gegaan tegen het frisdrankverbod-vonnis en pleit zelfs voor nationale regelgeving.
De hele lezing van prof. Denise de Ridder is hier terug te kijken. Volgende week gaan we het met dermatoloog en immunoloog dr. André Knulst (UMC Utrecht) hebben over voeding en allergie. Voor sommige mensen zijn bepaalde etenswaren gevaarlijk, omdat ze allergisch zijn. Hoe komt het dat het lichaam zo heftig reageert op iets dat eigenlijk niet giftig is? Wat is de invloed van levensstijl op het ontwikkelen van een voedselallergie en hoe gaan we het tegen?