Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) meldt in het RTL Ontbijtnieuwsdat meer dan 60.000 Nederlandse kinderen via internet gepest worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om dreigtweets, irritante en seksueel getinte emails en confronterende filmpjes op YouTube en Facebook. Daarnaast blijkt uit het onderzoek van het SCP dat ouders en leraren hier steeds minder van op de hoogte zijn. Het internet is nu eenmaal minder gemakkelijk te overzien dan het schoolplein.
Het nieuwsbericht onderstreept het belang van deze nieuwe vormen van pesten, ook wel cyberbullyinggenoemd. In haar gelijknamige lezing gaat prof. dr. Christiane Spiel, hoogleraar Educatiepsychologie aan de Universiteit van Wenen, in op de problemen die hiermee samenhangen. Hoewel digitaal pesten op het eerste gezicht misschien niet veel lijkt te verschillen van andere vormen van pesten, heeft het een heel eigen dynamiek.
Ten eerste is het lastig om te ontdekken, zoals ook het onderzoek van het SCP laat zien. Kinderen die digitaal gepest worden vertellen dit nauwelijks aan anderen. Daarnaast zorgt ook het (in potentie) grote publiek van bijvoorbeeld confronterende YouTube-filmpjes voor deze nieuwe dynamiek. Ten slotte kan de dader tot op zekere hoogte anoniem blijven, en kan hij (of zij) het pesten doen vanuit zijn eigen kamer. De 'feedback' op het pestgedrag verandert dan ook: 'doe eens normaal man' hoort de pestkop hoogstens via een onpersoonlijk berichtje op het internet.
Hoewel het fenomeen cyberbullyingniet zo vaak voorkomt als traditionele vormen van pesten op het schoolplein, lijkt het wel in opkomst. Dit laten de cijfers in Nederland duidelijk zien. In Groot-Brittannië zijn onlangs twee zelfmoorden gemeld die het gevolg zijn van cyberbullying. Door de verschillen in dynamiek ten opzichte van het pesten op het schoolplein vraagt digitaal pestgedrag om een eigen aanpak.
De digitale omgeving biedt daarbij zowel bedreigingen als kansen. Aan de ene kant zullen kinderen die slachtoffer zijn van pesten op internet dit, zo blijkt uit twee onderzoeken van prof. Spiel, veel minder snel melden, en is het voor ouders lastiger het gedrag te controleren. Aan de andere kant kunnen kinderen zich er soms ook makkelijker aan onttrekken (bijvoorbeeld door iemand te 'blocken'). Naarmate nieuwe media een belangrijkere rol zal gaan spelen in hun leven, kan ook de volwassenheid waarmee zij hiermee omgaan toenemen. Dat ze 'altijd een bijnaam moeten gebruiken bij het chatten' en 'niet zomaar contactgegevens af moeten geven' zal eerder voor kinderen vanzelfsprekend zijn dan voor oudere mensen die veel minder ervaring hebben met internet, Hyves en Facebook.
Geïntereseerd geraakt in onderzoek naar pestgedrag, digitaal of op het schoolplein? Kijk dan de lezing Cyberbullying: a new phenomenon?. Volgende week spreken prof. dr. Marion van San en dr. Stijn Sieckelinck over radicale jongen en idealen op drift.