Nietzsche is ook te lezen als filosoof van de levenskunst, waarbij het gaat om zelfstilering en bevestiging van het leven. Hoe zijn deze twee interpretaties met elkaar te rijmen? Joep Dohmen gaf in zijn lezing voor de serie Levenskunst vorig najaar een grondige inleiding op Nietzsches moraal en op de oproep tot zelfverwerkelijking die daar nog steeds van uitgaat.
Nietzsche onderscheidt twee soorten moraal: aan de ene kant de antieke levenskunst die bestaat uit zelfstilering, aan de andere kant de christelijke moraal die gebaseerd is op het gehoorzamen aan de wet. De christelijke moraal is in de loop van de eeuwen dominant geworden. Nietzsche noemt de twee de 'slavenmoraal' en de 'herenmoraal'. Voor hem zijn ze niet neutraal; de herenmoraal schrijft hij hoger aan. Mensen, heren en slaven, zijn ongelijkwaardig aan elkaar. (Zie ook Twee soorten moraal: Voorbij goed en kwaad, Boek IX, 260.)
Nietzsches filosofie is een analyse van de moderniteit, die zich kenmerkt door emancipatie en gepaard gaat met onzekerheid en twijfel. Autoriteiten hebben afgedaan en gemeenschappelijke doelen bestaan niet meer. Ondertussen blijft de moraal traditioneel, door en door christelijk – een slavenmoraal. Niet echt een moraal die de mens helpt emanciperen. Mensen zoeken altijd veiligheid en garanties, die ze helpen bij hun onzekerheden. Maar dat werkt je eigenlijk alleen maar tegen. Het gaat erom jezelf te ontwikkelen tot een persoonlijkheid, die 'ja' zegt tegen het leven en je niet als een slaaf te conformeren aan de groep.
Nihilisme is het meest extreme gevolg van het verval van tradities. Er is geen enkel leidend, absoluut principe. De uiterste consequentie van het nihilisme is de dood van God. (Zie ook De dolle mens, De vrolijke wetenschap, 125.) Toch betekent Nietzsches nihilisme niet dat hij een cultuurpessimist is. De dood van God biedt de mogelijkheid van een nieuw begin en maakt de weg vrij voor een authentieke levensstijl, oftewel een terugkeer naar de antieke herenmoraal.
Waaruit bestaat die levenkunst van zelfstilering? Er is geen set van gegeven waarden waar je je aan moet conformeren. Het gaat om het zoeken en scheppen van je eigen waarden. Op basis daarvan kom je dan tot een gestileerd karakter. Zelfkennis, oefening, het bezit van smaak om goed en slecht te beoordelen, het hebben van een doel zijn onderdelen daarvan.
Nietzsche past hiermee in de reeks filosofen die authenticiteit voorop stellen. De hedendaagse filosoof Charles Taylor heeft het streven naar authenticiteit in onze postmoderne tijd tot thema gemaakt. Aanstaande dinsdag spreekt Joep Dohmen over Taylor in een volgende aflevering van Levenskunst getiteld 'De reis naar de diepte'. Kom ook om acht uur naar de Aula en discussieer mee met Joep Dohmen en Maarten van Buuren.