Aan elke uitspraak valt te twijfelen. 'Ik denk dus ik ben'? Klinkt overtuigend, maar wat betekenen 'denken' en 'zijn' dan? Absolute zekerheden zijn volgens de filosoof Wittgenstein in onze taal niet uit te drukken. Hoe moet de wetenschap daarmee omgaan? Wetenschappers treden graag naar buiten met harde uitspraken, maar kan dat wel als er niets zeker is? Sociaal wetenschapper dr. Jaap Bos (UU) legt uit wat de wetenschap kan leren van Wittgenstein. Kunnen wetenschappers zeker van zichzelf zijn, of moet er meer ruimte zijn voor twijfel?